“Gaat door het oog van de naald” is een Nederlandse uitdrukking die wordt gebruikt om te verwijzen naar een situatie waarin iemand maar net aan een gevaar of moeilijkheid is ontsnapt. De letterlijke vertaling van de uitdrukking is “gaat door het oog van de naald”, wat suggereert dat iemand slechts met moeite aan een bepaalde situatie is ontsnapt.
Deze uitdrukking heeft zijn oorsprong in een bijbelverhaal, waar Jezus zegt dat het voor een rijke man makkelijker is om een kameel door het oog van een naald te laten gaan dan om het koninkrijk van God binnen te gaan. Het beeld van een kameel die door het oog van een naald probeert te gaan, staat symbool voor iets dat bijna onmogelijk is.
Wanneer iemand zegt dat hij “door het oog van de naald” is gegaan, bedoelt hij dat hij maar net aan een gevaarlijke of moeilijke situatie is ontsnapt. Het kan bijvoorbeeld verwijzen naar een bijna-ongeluk op de weg, een nipte ontsnapping aan een zware ziekte of een financiële crisis die maar net is afgewend.
In het dagelijks leven kan deze uitdrukking worden gebruikt om aan te geven dat iemand geluk heeft gehad of dat iets maar net goed is afgelopen. Het benadrukt het belang van waakzaamheid en voorzichtigheid, omdat het soms slechts een kleine fout of onoplettendheid kan zijn die het verschil maakt tussen succes en mislukking.
Kortom, “gaat door het oog van de naald” is een krachtige uitdrukking die ons eraan herinnert dat we niet altijd kunnen rekenen op geluk en dat we alert moeten blijven in het leven. Het herinnert ons eraan dat we soms maar net aan een ramp zijn ontsnapt en dat we dankbaar moeten zijn voor elke keer dat we ongeschonden uit een moeilijke situatie zijn gekomen.