Gecastreerde stieren, ook wel bekend als os, zijn mannelijke runderen die gecastreerd zijn om hun agressieve gedrag en hormonale drang te verminderen. In Nederland worden gecastreerde stieren vaak gebruikt voor vleesproductie, omdat ze over het algemeen rustiger en makkelijker te hanteren zijn dan ongecastreerde stieren.
Het castreren van stieren wordt meestal uitgevoerd op jonge leeftijd, meestal tussen de leeftijd van zes maanden en een jaar. Dit gebeurt om te voorkomen dat de stieren zich ontwikkelen tot agressieve en onhandelbare dieren, wat gevaarlijk kan zijn voor zowel de dieren zelf als de mensen die met hen werken.
Gecastreerde stieren hebben over het algemeen een hogere groeisnelheid en een betere vleeskwaliteit dan ongecastreerde stieren. Dit komt doordat de hormonale veranderingen die optreden na castratie ervoor zorgen dat de stieren meer vetweefsel ontwikkelen en minder spiermassa verliezen. Dit resulteert in vlees van betere kwaliteit met een fijnere textuur en een betere smaak.
In Nederland worden gecastreerde stieren vaak gehouden op gespecialiseerde vleesveebedrijven, waar ze worden gevoerd met een uitgebalanceerd dieet om hun groei en vleeskwaliteit te optimaliseren. Deze bedrijven zijn vaak gericht op het produceren van hoogwaardig rundvlees voor de Nederlandse markt en export.
Hoewel het castreren van stieren een omstreden praktijk is vanwege dierenwelzijnsredenen, wordt het in Nederland nog steeds veel toegepast vanwege de voordelen die het biedt voor de vleesproductie. Door het gebruik van gecastreerde stieren kunnen boeren hoogwaardig rundvlees produceren dat voldoet aan de hoge eisen van de consument.
Al met al spelen gecastreerde stieren een belangrijke rol in de Nederlandse vleesindustrie, waar ze worden gewaardeerd om hun kwaliteit en smaak. Hoewel het castreren van stieren een gevoelig onderwerp is, blijft het een gangbare praktijk in de veeteeltsector vanwege de voordelen die het biedt voor de vleesproductie.