Hoe heette de vrouw van Abraham?
De vrouw van Abraham heette Sarah. Zij was de halfzus van Abraham en ze waren beiden afkomstig uit de stad Ur in Mesopotamië. Sarah staat bekend als een van de belangrijkste vrouwen uit de Bijbelse geschiedenis en speelt een cruciale rol in het leven van Abraham.
Sarah en Abraham waren lange tijd kinderloos, iets wat destijds werd gezien als een groot probleem. Sarah was erg bezorgd dat ze geen kinderen zou krijgen en dat hun familienaam zou uitsterven. Toen ze al op hoge leeftijd waren, kregen ze echter toch nog een zoon, Isaak, zoals voorspeld door God.
Sarah wordt beschreven als een mooie en moedige vrouw, die Abraham altijd trouw terzijde stond, zelfs in moeilijke tijden. Ze wordt vaak gezien als een voorbeeld van geloof en geduld, omdat ze bleef vertrouwen op Gods beloften, zelfs toen het onwaarschijnlijk leek dat ze nog kinderen zou krijgen.
Sarah stierf op de leeftijd van 127 jaar en werd begraven in de grot van Machpela in Hebron, naast Abraham. Haar nalatenschap leeft voort in de verhalen en lessen die worden verteld over haar leven en haar geloof.
In de Nederlandse vertaling van de Bijbel wordt Sarah soms ook wel Sarai genoemd, maar in de meeste gevallen wordt ze aangeduid als Sarah. Haar naam betekent ‘prinses’ of ‘koninklijke vrouw’, wat goed past bij haar positie als de vrouw van de aartsvader Abraham.
Kortom, Sarah was de vrouw van Abraham en een belangrijke figuur in de Bijbelse geschiedenis. Haar verhaal dient als inspiratie voor velen en herinnert ons eraan dat geloof en geduld beloond kunnen worden, zelfs in de moeilijkste omstandigheden.