Mikael is een 41-jarige man uit Armenië die al meer dan 20 jaar in Nederland woont. Hij kwam naar Nederland als minderjarige asielzoeker en heeft sindsdien een leven opgebouwd in ons land. Helaas heeft hij nooit een verblijfsvergunning gekregen en heeft hij lange tijd in onzekerheid geleefd over zijn toekomst.
Recentelijk heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat de Nederlandse overheid geen haast hoeft te maken met het uitzetten van Mikael naar Armenië. Dit besluit is gebaseerd op zijn lange verblijf in Nederland en het risico op schending van zijn mensenrechten bij terugkeer naar Armenië.
De rechter heeft geoordeeld dat Mikael voorlopig in Nederland mag blijven totdat er meer duidelijkheid is over zijn situatie. Dit is een grote opluchting voor Mikael en zijn vrienden en familie, die zich zorgen maakten over zijn uitzetting.
De beslissing van het Europees Hof is een belangrijke erkenning van de specifieke omstandigheden van Mikael en het risico dat hij loopt bij terugkeer naar zijn thuisland. Het toont aan dat de Nederlandse overheid rekening moet houden met individuele situaties en dat niet iedereen zomaar uitgezet kan worden.
Mikael is opgelucht en dankbaar voor de steun die hij heeft ontvangen van zijn vrienden, familie en advocaten. Hij hoopt dat hij uiteindelijk een verblijfsvergunning zal krijgen en zijn leven in Nederland kan voortzetten.
De zaak van Mikael laat zien hoe belangrijk het is om aandacht te hebben voor de individuele omstandigheden van asielzoekers en migranten. Het laat zien dat mensenrechten en menselijke waardigheid altijd voorop moeten staan, zelfs in tijden van migratiecrisis en politieke onrust.
Voorlopig kan Mikael rustig ademhalen en genieten van zijn leven in Nederland, wetende dat hij voorlopig niet zal worden uitgezet naar Armenië. Het is een kleine overwinning, maar een belangrijke stap in de strijd voor gerechtigheid en mededogen in ons migratiebeleid.