Staat van ontbinding is een term die wordt gebruikt om de toestand van een lichaam aan te duiden dat zich in een vergevorderd stadium van ontbinding bevindt. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen in situaties waarin een lichaam lange tijd onopgemerkt is gebleven, zoals bij een onopgemerkt overlijden of een vermissing.
De staat van ontbinding kan worden ingedeeld in verschillende fases, die elk hun eigen kenmerken hebben. In de eerste fase, ook wel de verse fase genoemd, treden de eerste tekenen van ontbinding op, zoals een bleke verkleuring van de huid en de aanwezigheid van vliegen. In de tweede fase, de opgezwollen fase, zwellen het lichaam en de ingewanden op door de gasvorming die ontstaat tijdens het ontbindingsproces. In de derde fase, de actieve ontbindingsfase, vinden er chemische veranderingen plaats in het lichaam en wordt de huid donkerder van kleur. Tot slot treedt in de vierde fase, de droge fase, de volledige ontbinding van het lichaam op.
Het vaststellen van de staat van ontbinding van een lichaam is van belang voor forensisch onderzoek en kan helpen bij het vaststellen van de doodsoorzaak en het tijdstip van overlijden. Daarnaast is het van belang voor de identificatie van het slachtoffer en het achterhalen van eventuele sporen van misdrijven.
In Nederland wordt de staat van ontbinding onderzocht door forensisch pathologen en forensisch rechercheurs, die gebruik maken van speciale technieken en apparatuur om de verschillende fases van ontbinding vast te stellen. Het is een belangrijk onderdeel van het forensisch onderzoek en draagt bij aan het oplossen van misdrijven en het verschaffen van gerechtigheid aan slachtoffers en hun nabestaanden.