De snelheid van schepen wordt gemeten met behulp van een instrument dat bekend staat als een “log”. Deze log wordt bevestigd aan de achterkant van het schip en maakt gebruik van verschillende methoden om de snelheid van het vaartuig te meten.
Een van de meest traditionele manieren om de snelheid van een schip te meten is door het gebruik van een zogenaamde “scheepslog”. Dit instrument bestaat uit een houten plank die aan een touw is bevestigd en overboord wordt gehangen. Het touw heeft regelmatige knopen die zijn gemarkeerd met een bepaalde afstand ertussen. Wanneer het schip vaart, wordt de plank achter het schip gesleept en de bemanning telt hoeveel knopen er in een bepaalde tijd voorbij gaan. Op deze manier kan de snelheid van het schip worden berekend.
Tegenwoordig worden er meer geavanceerde methoden gebruikt om de snelheid van schepen te meten. Een van de meest gebruikte methoden is het gebruik van een “snelheidslog”, ook wel een “Doppler-log” genoemd. Dit instrument maakt gebruik van ultrasone geluidsgolven om de snelheid van het schip te meten. De geluidsgolven worden uitgezonden door een sensor die aan de onderkant van het schip is bevestigd en vervolgens teruggekaatst door het water. Door het meten van de verandering in frequentie van de geluidsgolven kan de snelheid van het schip worden bepaald.
Daarnaast worden ook GPS-systemen gebruikt om de snelheid van schepen te meten. Deze systemen maken gebruik van satellieten die signalen naar het schip sturen, waardoor de positie en snelheid van het vaartuig kunnen worden bepaald. Deze methode is zeer nauwkeurig en wordt veel gebruikt in de scheepvaart.
Kortom, de snelheid van schepen wordt gemeten met behulp van verschillende instrumenten en methoden, variƫrend van traditionele scheepslogs tot moderne GPS-systemen. Deze metingen zijn essentieel voor het navigeren van schepen en het berekenen van aankomsttijden en brandstofverbruik.