De eretitel van de Romeinse keizers was ‘Augustus’. Het woord ‘Augustus’ is afgeleid van het Latijnse woord ‘augustus’, wat ‘verheven’ of ‘verhevene’ betekent. Deze titel werd oorspronkelijk gegeven aan de eerste keizer van het Romeinse Rijk, Gaius Octavius Thurinus, beter bekend als keizer Augustus.
Keizer Augustus regeerde van 27 voor Christus tot 14 na Christus en wordt vaak gezien als een van de grootste Romeinse keizers. Hij slaagde erin om het Romeinse Rijk te verenigen na een periode van burgeroorlogen en bracht vrede en stabiliteit naar het rijk. Als eretitel symboliseerde ‘Augustus’ zijn macht en autoriteit als keizer.
Na keizer Augustus werd de titel ‘Augustus’ doorgegeven aan zijn opvolgers als een teken van hun heerschappij over het Romeinse Rijk. De titel werd beschouwd als een van de hoogste eerbetuigingen die aan een keizer kon worden gegeven en werd geassocieerd met grootsheid en verhevenheid.
In de Nederlandse taal wordt de eretitel ‘Augustus’ vertaald als ‘Eerwaarde’ of ‘Erlieve’. Het gebruik van deze titel illustreert de invloed en het prestige van de Romeinse keizers in de geschiedenis van het oude Rome.